Blog “We kunnen weer samen verder!”

Op een ochtend word ik gebeld. Of ik kan helpen bij het oplossen van een conflict in de familie.
Aanvankelijk zeg ik nee, want ik doe normaal gesproken geen familiezaken. Toch besluit ik op het verzoek in te gaan. Geen idee waarom, maar ik heb het gevoel dat ik ze kan helpen.

Wat is de reden voor de mediation?
Twee broers en een zus hebben al jaren geen contact meer met elkaar. De zus die mij belt, vertelt hoe naar ze het vindt dat ze elkaars gezinnen nooit meer zien sinds het overlijden van moeder. Dat ze elkaar meer wantrouwen dan vertrouwen. Dat het pijnlijk is om dat te constateren en ervaren en dat ze een laatste poging wil doen om de ooit zo sterke familieband te herstellen. Daarmee hoopt ze de weg terug te vinden naar de liefdevolle band binnen het warme gezin waarin zij opgroeiden. Ook uit respect naar hun overleden ouders. Ze heeft hen bereid gevonden met mij een voorgesprek te hebben.

Intake
In drie individuele telefonische intakegesprekken vertellen ze mij waar het ze ieder om te doen is. Ik hoor verschillende verhalen, en daardoorheen een echo van hun gezamenlijke wens. Ze hebben weinig vertrouwen dat de mediation iets oplevert. Hoe kunnen zij met wederzijds respect uit deze verzuurde impasse komen? Hoe kunnen ze, na alles wat er gebeurd is, de draad weer samen oppakken? We maken een afspraak voor een gezamenlijk gesprek bij mij op kantoor.

Mediation
Tijdens de intakegesprekken hebben ze hun hart gelucht bij mij, nu is het aan hen om zich naar elkaar uit te spreken. Na het ondertekenen van de mediationovereenkomst nodig ik ze uit hun verhaal aan elkaar te vertellen. Ik stel vragen, vat samen en schrijf en schets mijn beeld van hun verhalen op een flipovervel zodat iedereen het kan zien.

Het verhaal
Toen hun moeder vier jaar geleden overleed, werden de kinderen eigenaren van huis en haard. Naast het verdriet brak een tijd aan waarin zij samen besluiten moesten nemen over wat te doen met het huis en alle spullen. Omdat geen van hen in de buurt van het ouderlijk huis woonde, was het niet eenvoudig dit te combineren met eigen werk en privélevens.
Al snel werd duidelijk dat ze alledrie andere behoeften hadden: de een had een eigen bedrijf en wilde snel de erfenis (laten) afhandelen op een correcte manier. Een ander had juist behoefte om veel tijd door te brengen in het huis, in de tuin te dromen, en door de boekenkast te bladeren. De derde focuste zich op de financiele afhandeling als executeur-testamentair, en dook in de papieren die tot dan toe een gesloten boek waren geweest. Het was immers nooit aan de orde geweest dat zij als kinderen zich hadden hoeven bezighouden met de financiën van hun ouders.

Als de verhalen zichtbaar zijn, komen de gevoelens naar boven. De verwijten buitelen over elkaar heen. De broer die graag meer tijd in het huis doorbracht, krijgt als verwijt dat het huis van alle drie was. De anderen vinden het niet gepast dat hij zijn vrienden daar regelmatig uitnodigde alsof het een leuk vakantiehuis was. De ondernemer wilde financiele zekerheid en fiscale correctheid door een snelle afhandeling van de erfenis. Ze werd daarin geadviseerd door haar partner die van huis uit gefocust was op grote financiele zekerheid en haar nerveus maakte met de vele adviezen voor een correcte afhandeling. De executeur-testamentair ten slotte, besteedde veel tijd om dat naar eer en geweten te doen. En ook met de nodige terughoudendheid: hij voelde zich een voyeur en schender van hun ouders’ privacy door de financiële administratie te bekijken. Het was bovendien een hoop werk en hij voelde zich er alleen voor staan.

En dan begint de schoen te wringen. Hoe weten de anderen eigenlijk dat het allemaal wel klopt? Hoe kunnen ze vertrouwen op de integere afhandeling? Wat nou als het toch niet klopte? Stel dat de belastingdienst een fout ontdekt? Moeten we dan allemaal betalen?

Het omslagpunt
Ik schets ik op een groot vel de onderlinge betrekkingen tussen de drie, hun ouders en hun kinderen. En ik vraag ze wie er over hun schouders meekijken. Voor wie dragen ze die verantwoordelijkheid? Dat is het startsein voor beweging. Want de partners horen er ook bij. En plotseling komt het werkelijke probleem bovendrijven als een besef dat er altijd al geweest is. De partner van de ondernemer maakt zich zorgen over de correctheid van de financiële afhandeling. De ondernemer gaat daarin mee en is gaan twijfelen aan het vertrouwen in de executeur testamentair, die naar eigen zeggen naar eer en geweten de financiële zaken heeft afgehandeld in lijn van hoe vader dat altijd deed. De belastingdienst heeft die berekening geaccordeerd. Mocht binnen een paar jaar blijken dat er toch een fout is zit, dan neemt de executeur-testamentair de verantwoordelijkheid op zich om waar nodig te repareren bij de belastingdienst.

Tot besluit
Die toezegging doet de zaak kantelen. Ineens is daar die blik van herkenning. Het besef dat ze er zelf vertrouwen in hebben dat de executeur naar eer en geweten heeft gehandeld in ieders belang. Dat hij zeker weet dat de cijfers kloppen. Zeker wanneer deze toezegt dat hij zelf aan zet zal zijn, mocht de belastingdienst nog vragen hebben. Dat brengt verlichting.
Ze kijken elkaar aan en dat is een mooi moment. Ze kiezen ervoor geen afspraken vast te leggen. Ze zijn blij en verrast en zeggen “Kom we gaan samen lunchen”. Na 4 jaar kunnen ze weer samen verder.